11 augustus 2020
vanaf de straat, het raam van jouw huis
nog wel de planten, de gordijnen
maar er lijkt van alles te verdwijnen
sinds jij bent weggegaan
je grijze haren, een zwaai
het opstaan uit de stoel
je blije blik, dat ik er ben
ik mis je handen en je stem
en ben bang voor dat gevoel
binnen, aan kapstokken, in kasten
al jouw spullen en je jassen
kledingstukken, beige, blauwen
wat jij droeg, van dat vertrouwde
ik pak een vest en ruik eraan
ik streel de mouw en trek het aan