Rågeleje Strand

Vorig weekend reden wij naar waterland Denemarken. We genieten daar inmiddels al bijna een week van verrassend mooie dorpjes, wilde bloemen, open meren, diepe bossen en prachtige stranden. Wat is het heerlijk om eindelijk weer eens een voet over de grens te kunnen zetten. Op avontuur gaan doet een mens goed. Onze basisplek is een Deens vakantiehuis zoals er zoveel van zijn. Grijsblauw geverfd, van hout, op een heuvel met in de verte, zicht op een meer en een haventje. Achter ons het bos en honderd stille buren in andere vakantiehuizen. Van binnen is al het hout wit geverfd en is de inrichting een mix van eenvoudig design en oude doorleefde meubels, in de kleuren blauw, wit en rood. Scandinavischer kan het niet. Het is een plek waar ik me thuisvoel. 


Ik ben eerder in Denemarken geweest, toch ben ik ook deze keer weer aangenaam verrast. In het gebied waar we nu verblijven ervaar je overal 'het water'. Concreet is er ook echt overal water. Het maakt niet uit welke richting je kiest om naar toe te gaan. Er is een meer of je bent bij de zee. Maar je ziet het ook als je omhoog tuurt naar de lucht. Deze is fris en schoon, met een helder licht zoals je die alleen bij de zee ziet. Zelfs in de mensen, de Denen, zie je zee en water. Blonde haren, een door de zon gebruinde huid en heldere blauwe ogen waarin het zoute lijkt te weerspiegelen. Iedereen draagt kleding in natuurlijke tinten, effen of bretonse strepen, korte broeken en katoenen jurken. Zacht in gedrag, vriendelijk, rustig en kalm. Een mooie mix van jong en oud valt me op. En allemaal in kalme tred naar de zee, de blik over het water. Zelfs de Deense taal is open en fris. Deense woorden vind ik mooi om te zien en als je de taal hoort spreken klinkt het zangerig, met rollende klanken, als golven. Ik versta en lees het niet, maar hoor en zie de ruimte en het water tussen alle woorden door. 


De eerste keren naar het strand stuwden vloed en een aanlandige wind de golven van de Noordzee woest tegen de keien en de kust. Achter me geen dijk of duinen zoals ik dat gewend ben aan het Wad, maar heuvels gemaakt van een mix van zand, begroeiing en aarde. Over de niet zo hoge, maar wel steile kuststrook, vliegen stil op de wind de torenvalken. Deense golven spoelen met enorm veel energie aan op het strand. De kleuren van het water zijn vele verschillende tinten blauw en grijs en wit. Van doorschijnend helder tot diep en donker. En dan zo mooi contrasterend, het rossige bruine van de keien, glad en rond geslepen door het zoute water. Deze zee beneemt me echt de adem. Ik kan niet stoppen met kijken en droom stiekem van een eigen blauwgrijs houten huisje aan de Deense kust. Met oude geverfde houten meubeltjes. Blauw, rood en wit.


Vier Augustus was de eerste sterfdag van mijn moeder. Zware gevoelens verdwenen op Deense golven naar de horizon. De zee is een goede plek om te rouwen. Na een strandwandeling schreef ik in ons blauwgrijze huisje, aan de oude houten Deense tafel, het gedicht WOEST. 


Woest


vandaag op het strand

een woeste branding


er is iets aan de hand

en onder zand bedolven


in mijn lijf groeit een storm

ik grijp me vast aan de wind


dan schreeuw ik als een kind

jouw naam over de golven


Denemarken 4 augustus 2021