Huisje aan de Dijk

Weg
Afgelopen weekend heb ik enkele dagen doorgebracht in een huisje aan de dijk bij Pieterburen. Soms heb ik het nodig om me terug te trekken van de daagse dingen en de vele invloeden van de snelle maatschappij waarin we leven. Meestal boek ik dan een hotel op een eiland in de Waddenzee. Dat is altijd fijn en goed. Deze keer koos ik voor iets anders. Ik vond een bijzondere plek in mijn eigen Groningse waddengebied en woonde vier dagen in het 'Huisje aan de Dijk'. Midden tussen suikerbieten, rode bieten en mosterdvelden. Met schapen als mijn enige buren en de waddenzee in m'n achtertuin. 


Huisje aan de Dijk
Het Huisje aan de Dijk staat in de veilige kom van de tweede dijk (de dromer), tussen akkerland dat hoort bij de boerderij van de familie Rietema.  Eigenaar en gastvrouw Marchien Rietema zorgt liefdevol voor dit kleine monumentje en deelt deze plek met rustzoekers. Het huisje bereik je door vanaf het erf van de boerderij een smal weggetje te volgen, ongeveer een kilometer het land in, richting de kwelders en de waddenzee. Lief staat het daar tussen strakke lijnen van dijken en velden. Om de woning ligt een kleine, groene tuin. Met een hekje, enkele bomen, een oude put en een laatbloeiende roze roos tegen de voorgevel. Naast de vier ramen hangen vriendelijke luiken die je beschermen tegen zon, wind en regen.  


Stroomloos en stil
Als ik het huisje voor het eerst naar binnen ga, bekruipt me direct een gevoel van rust en herkenning. Een stap terug in de tijd. Oude vloeren, scheve deuren en een knusse keuken. Met in alle kamers, stoere meubels en gebruiksvoorwerpen van weleer. En toch, alles is comfortabel opgeknapt. 

Het huisje heeft geen stroom. In de keuken bromt een zwarte potkachel op gas en in de kamer brandt de houtkachel. Om thuis te raken in het huisje scharrel ik op mijn dikke wollen sokken door de verschillende ruimtes, zoek plekjes voor mijn eigen dingen, verschuif een stoel en leg mijn schrijf- en tekenspullen op het heerlijke grote, oude bureau in de hoek.

Met het vallen van de schemering groeit de afstand tot de wereld en mijn normale dagelijkse leven steeds groter. Buiten waait de zeewind en er valt zo nu en dan een bui. Al om een uur of vijf steek ik overal kaarsen aan. Mijn eten kook ik op een ouderwets Etna gasfornuisje en de koffie zet ik met de fluitketel en een filter. En zo begint een lange stille avond, in het donker, aan het wad. Stiekem ben ik wel blij dat mijn hondje mee is. Niet dat ze een gevaarlijke indringer te lijf zal gaan, maar gezellige aanspraak is ze wel en een knuffel op z'n tijd als je alleen bent is ook fijn.  Als ik 's avonds onder het scheve dak in bed lig, kijk ik door een groot kantelraam zo de sterrenhemel in.  


Een nieuwe dag
Wakker worden in een eenzaam huisje aan de dijk is een geweldige ervaring. Op m'n tenen kijk ik door hetzelfde kantelraam als van de sterren. Nu zie ik in de niet zo verre verte, de waddendijk. Daarvoor liggen eerst nog de akkers vol suikerbieten en slingert er een weggetje achter mijn eigen dijk. In de bomen om het huisje is het een komen en gaan van tuinvogels en boven het wad zie ik slierten ganzen gaan. Op kousevoeten daal ik de houten trap af naar beneden om bij kaarslicht een gezond ontbijt voor mezelf te maken. Ik gluur telkens door alle ramen naar buiten. Dit verveelt geen moment. Ik maak plannen. Ik zal gaan fietsen en wandelen naar de dijk. Lezen en schrijven. Stil zijn en nadenken.


En dit is precies wat ik heb gedaan, toen ik woonde, in het Huisje aan de Dijk...